Moeilijke tijd voor Nederlandse telers

Nieuwsbericht

Afgelopen maand werd ons land geteisterd door overvloedige regenval en hagel. Zeker in het zuiden zijn veel telers getroffen door het noodweer. Onze inkopers staan voor een grote uitdaging om een gevarieerd aanbod te verzorgen en tegelijk de tuinders een handje te helpen.

De regen zorgt voor veel problemen; alle gewassen hebben het zwaar.
 

Joris Kollewijn van de Lepelaar (links)

“Er is heel weinig beschikbaar van Nederlandse bodem uit de volle grond. Veel gewassen zijn verdronken door de regen of beschadigd door de hagel en koolmot”, vertelt inkoper Abdi.

Gelukkig hebben we toch de groentetassen weer kunnen vullen. Onder andere met de bospeen, komkommer en selderij van tuinderij De Lepelaar. Op de vitale grond van dit biodynamische bedrijf in Het Rijpje (Noord-Holland) telen ze al zo’n 45 jaar een grote variatie aan groenten. Eigenaren Joris Kollewijn en Jan en Inge Schrijver verbouwen hun gewassen buiten in de volle grond en in de onverwarmde kas.

Een lastige tijd

We bellen boer Joris, die net zijn driejarige zoontje instructies geeft voor het schoffelen, om te vragen hoe het er op de boerderij voor staat. “Door de extreme weerschommelingen hebben we het zwaar. Veel gewassen kampen met plagen en ziektes, maar vergeleken met andere tuinders valt het bij ons nog mee”, vertelt Joris ons.

“We hadden de laatste periode elke dag regen. Dit zorgt voor veel problemen. Als teler kom je elk jaar hindernissen tegen, maar dankzij een vitale bodem, diversiteit, wisselteelt en spreiding van de gewassen en de zaaidagen, is het meestal wel te overzien. Maar in het huidige seizoen lijkt het alsof alle gewassen kwetsbaar zijn."

Explosie van motjes

Door de milde winter en het warme voorjaarsweer hebben veel Nederlandse telers last van koolmotjes. Complete oogsten zijn door de beestjes verloren gegaan. Ook bij De Lepelaar zorgen ze voor overlast: “Er vliegen hele zwermen, alle koolsoorten zitten onder”, zegt Joris. “We hebben wel vaker motjes, maar niet zo’n explosie als nu. Op één plant telde ik al 30 rupsen (de baby-motjes), die allemaal hapjes uit de bladeren nemen.”

Hopen op vorst

Ondanks de tegenslagen konden we gelukkig komkommer, bospeen en selderij van De Lepelaar in de tassen inpakken. Voor de andere gewassen is het afwachten. Joris zucht: “Normaal gesproken heb ik er wel vertrouwen in dat de natuur zichzelf herstelt en ga ik uit van de kracht van de plant. Maar dit jaar wordt het erg spannend. Als de gewassen zich al zullen herstellen, dan zal het een hele kleine opbrengst worden.” Voor de komende winter hoopt hij op flinke vorst. “Daar knapt de bodem van op en zo nemen de plagen het jaar erop af.”

Bron: Odin nieuws

Volgende
Volgende

Kies hem niet om zijn knappe kop